Ruïne van Brederode. Hollands kasteel met een bewogen verleden

De Ruïne van Brederode bij Santpoort-Zuid is het restant van de middeleeuwse burcht van de ooit machtige heren van Brederode. Tegenwoordig is dit indrukwekkende complex een belangrijke toeristische attractie in Noord-Holland, met rondleidingen en evenementen voor jong en oud. Het huidige aanzien van het kasteel is voor een belangrijk deel te danken aan restauraties en reconstructies in de negentiende eeuw. Brederode werd in die tijd een romantische ruïne volgens de toenmalige opvattingen over middeleeuwse bouwkunst en verdedigingswerken.

Het kasteel is vermoedelijk in de tweede helft van de dertiende eeuw gesticht door Willem I van Brederode, een afstammeling van de heren van Teylingen en verwant van de graven van Holland. De oudste bouwfase was vermoedelijk een woontoren op een omgracht terrein. In het derde kwart van de veertiende eeuw verrees op dezelfde plek een vierkant kasteel met een zaalvleugel en een privéwoning voor de kasteelheer. Dit is een nieuw type kasteel, dat als een doorontwikkeling van de dertiende-eeuwse burchten van graaf Floris V en zijn vader graaf Willem II gezien mag worden. Brederode lag op een strategische plek op een oude strandwal tussen duinen en veengebied, aan een belangrijke noord-zuidroute. In de tijd van de Hoekse en Kabeljauwse twisten werd de burcht in 1351 verwoest en vervolgens herbouwd. In 1426 werd het kasteel belegerd door de Haarlemmers en daarna gedeeltelijk afgebroken.

Daarna is het weliswaar weer voor bewoning geschikt gemaakt, maar de glorietijd was voorbij. Vanaf de zestiende eeuw raakte het definitief in verval. Spaanse troepen plunderden Brederode in 1573 en hebben vermoedelijk alle bouwmaterialen die nuttig waren voor het beleg van Haarlem afgevoerd. De resten verdwenen daarna grotendeels onder het oprukkende duinzand.

In de negentiende eeuw kwam de Ruïne van Brederode opnieuw in de belangstelling te staan. De resten van het kasteel vormden een van de eerste ruïnes in Nederland die op kosten van de staat werden geconsolideerd. Bouwhistorisch en archeologisch onderzoek stond in die tijd nog in de kinderschoenen en er zijn daardoor ook naar de huidige inzichten fouten gemaakt. De binnenplaats werd – met uitzondering van het ‘perron’ – te diep uitgegraven, ver onder het niveau van het veertiende-eeuwse loopvlak. Ook werden schietgaten in gereconstrueerde muren aangebracht op plaatsen en met een detaillering waarvoor de wetenschappelijke bewijsvoering ontbreekt.

Het uitgraven en de restauratie van de Ruïne van Brederode paste binnen de hernieuwde belangstelling voor vaderlandse geschiedenis in het jonge Koninkrijk der Nederlanden en de opkomst van de monumentenzorg in de negentiende eeuw. Brederode was niet alleen een indrukwekkende burcht, maar heeft ook een belangrijke rol gespeeld in de Hollandse geschiedenis, vooral tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten. De Brederodes hadden als dapifer (drost) en later als baljuw een belangrijke plaats in het grafelijke bestuur. Hun familie had uitgestrekte bezittingen, niet alleen rond het kasteel, maar ook in het gebied van de huidige provincie Zuid- Holland. De interesse voor Brederode en zijn geschiedenis is daarmee goed te verklaren.

Sindsdien was het herstel van de ruïne zuiver gericht op het verstevigen en het behouden van de bewaard gebleven middeleeuwse resten en het consolideren van de negentiende-eeuwse reconstructies. Men is tegenwoordig terughoudender in het restaureren naar een gewenst beeld van het verleden. Zo zijn ook de restauraties van Brederode van de afgelopen twee eeuwen een belangrijk onderdeel van zijn geschiedenis geworden en noodzakelijk voor een goed begrip van de Ruïne van Brederode zoals die zich nu aan de bezoekers vertoont.

In dit boek wordt de geschiedenis van het kasteel en van de heren van Brederode beschreven in de context van de Hollandse geschiedenis. Het verhaal begint met het landschap waarin het kasteel in de dertiende eeuw werd gesticht. Vervolgens wordt ingegaan op de oorsprong van de Brederodes en op de heerlijkheid Brederode met het kasteel als ‘open huis’ voor de graaf van Holland. De oudste bouwfase van het kasteel wordt gereconstrueerd en de ontwikkeling van het laatmiddeleeuwse kasteel wordt geschetst tot het beleg van 1351. Twee hoofdstukken zijn gewijd aan respectievelijk Reinoud I van Brederode en Jan van Brederode, die een belangrijke rol speelden in de Hollandse geschiedenis in de tijd van de Hoekse en Kabeljauwse twisten. Met de belegering en gedeeltelijke afbraak van het kasteel in 1426 verloor hun familie haar representatieve machtscentrum in Noord- Holland. In de volgende hoofdstukken wordt ingegaan op het gedeeltelijke herstel van het kasteel, de kortstondige nabloei in de tijd van Yolande van Lalaing, de laatste adellijke bewoonster, en het verdere verval tot de negentiende eeuw. Het hoofdstuk ‘Brederode in detail’ behandelt de bouwgeschiedenis van het laatmiddeleeuwse complex en de veranderingen na 1426. De laatste twee hoofdstukken zijn ten slotte gewijd aan de reconstructie en restauraties in de laatste eeuwen.

Ruïne van Brederode. Hollands kasteel met een bewogen verleden kost 

Co Allan, Taco Hermans en Jan Kamphuis

Uitgeverij Matrijs, Utrecht 2020

ISBN 978 90 5345 541 8