Tuinkoepels; Een Nederlands verschijnsel

In de achttiende en negentiende eeuw zijn in zogenaamde pleziertuintjes vele tuinhuizen en theekoepels neergezet om zomerse dagen in door te brengen. Het buitenleven werd door de stadsmensen in lente en zomer omarmd. Langs de Haarlemmertrekvaart bij voorbeeld ontstond een flink aantal van dit soort bouwwerken. Door veranderende omstandigheden konden ook minder vermogenden naar buiten en genieten van hun buitenhuisje en pleziertuintje. Het speelde zich voornamelijk af op de grens tussen stad en platteland. En vooral in Holland. Meestal dienden ze alleen voor dagrecreatie, maar een aantal is flink uitgebreid om te kunnen overnachten en zelfs permanent te wonen. In de zestiende eeuw waren dit soort huisjes al bekend. Ze zijn te zien op tekeningen en schilderijen van tuinen  bij buitenhuizen. De huisjes hadden toen ook allerlei vormen qua uiterlijk en luxe.  Ze dienden om thee in te drinken of voor de kinderen als speelhuis.

In dit boek belichten acht auteurs de tuinkoepel vanuit verschillende perspectieven: geschiedenis, kunstgeschiedenis, literatuur, stedenbouwkunde, archeologie en interieurgeschiedenis.

Het boek is een initiatief van de Donderberggroep, Stichting voor Follies, Tuinsieraden en Vermaaksarchitectuur. De inleiding van de beide redacteuren gaat in op dit bijzondere fenomeen.

Redactie: Martin van den Broeke, Wim Meulenkamp.

Uitgever: Eburon;  ISBN: 9789463013666
Hardcover: 97 ; Prijs: € 24,50