Verslag Excursie 21 juni 2017

Rondom Noordwijk

Het was licht bewolkt toen we de eerste locatie Klein Leeuwenhorst aan de Gooweg naderden. Het koetshuis stond uitnodigend open en al enkele “vrienden” zaten aan de gezellige tafel koffie te drinken. Langzaam aan kwamen de overige belangstellenden binnendruppelen, zodat er op tijd kon worden begonnen. Victor, onze voorzitter, verwelkomde een ieder en na de bewoonster van het koetshuis te hebben gecomplementeerd met haar bijzondere woonstee op dit aloude landgoed, vertelde hij wat ons zou gebeuren deze dag.

 

Als eerste werden we door de charmante dochter van de laatste bewoner geïnformeerd over de geschiedenis van het huis en wat geweest is hierna leidde ze ons door de tuinen. We zagen de vijver, achter het huis en de locatie van de vroegere Abdij. Het een en ander was gelardeerd met  beelden e.d. Deze hadden vaak ook een familie historie. Natuurlijk ontbraken een theekoepel en de gebouwen die je bij een buitenplaats normaliter tegenkomt niet. Wapenborden en enkele attributen van het door de Duitsers gesloopte kasteel waren hier en daar te bewonderen. Het bijzondere aan het huis is dat het aan de voorzijde 2 en aan de achterzijde 3 verdiepingen heeft.

Na de hangbuikzwijnen te hebben begroet begaven we ons na een hartelijk afscheid op weg naar de hoek Hoogweg – Westeinde. Huize Remotus staat schuin tegenover de buitenplaats Dijkenburg. Hier werd door Marca Bultink, mede auteur van het boek, “De historie van Dyckenburch, De geschiedenis van de buitenplaatsen aan het Westeinde in Noordwijkerhout”. Vertelt over deze beide locaties. Gedeeltelijk was het een droevig verhaal maar interessant was het zeker. We mochten het huis van binnen bewonderen. Het zat strak in de lak en de keuken was gevuld met zeer dikke marmeren bladen. Het is bedoeld geweest om te dienen als sanatorium, waardoor de indeling een tikkeltje vreemd overkwam maar er was ruimte genoeg en een grote tuin met garages erachter. Natuurlijk liepen we even langs Dijkenburg  om het hek en het gebouw te kunnen fotograferen en de overtuin te kunnen bewonderen.

Inmiddels begonnen de magen te knorren dus snel naar Noordwijk binnen om in het restaurant in de Hoofdstraat de broodjes te kunnen verorberen en natuurlijk de kroket. Inmiddels was de rondleider gearriveerd, hij zou ons enige hoogtepunten van het dorp laten zien.

De Jeroenkerk heeft vroegere voorgangers gehad en het hoofd van de heilige Jeroen, die hier in 856 is begraven, zou nog ergens moeten liggen. De toren is uit de 13e eeuw. Door afkoop is de kerk niet verbrand in de Spaanse tijd. Voor de herenbank voorzien van een mooi wapen, liggen de oudste grafstenen. De steen dichtbij de bank is voor Jan van Bouchorst, (Heer van Noordwijk) en zijn vrouw Elisabeth ca. 1479. De tweede is voor Florys van Bouchorst en zijn vrouw Jana van Schagen ca. 1509. Aan de westzijde hangt het Knipscheer- orgel uit 1840. Hierna vervolgden wij onze weg met gezwinde spoed naar een andere bijzonderheid van Noordwijk, namelijk het terrein van de Sint Joris doelen uit 1477. Het gilde oefent ’s zomers nog ieder vrijdag met de voetboog. Het doel, de houten gaai is bevestigd op een 26 m. hoge paal. Je kan alleen maar meedoen als je wordt uitgenodigd. Het ziet er indrukwekkend uit. Op weg naar Calorama stopten we bij een van de eerste stenen huizen van het dorp. Het dateert van 1450. Door Vereniging Hendrick de Keyser werd de voorgevel in 1977 in oorspronkelijke staat teruggebracht. Het was de rentmeesters woning van landgoed Offem en herberg, wagenmakerij, café en garage. Onze gids verklaarde nog waarom de gevel naar achteren held. Dit kwam omdat de dakconstructie bedoeld was voor een rieten dak, dus deze moest snel versterkt worden.

Iets verder ligt het buiten Calorama. Voor we de tuinen gingen bewonderen zagen we links de gebouwen van de Noordwijkse kruiden cultuur, deze was in de middeleeuwen zeer belangrijk. Door de hekken heen gaande zagen we de theekoepel op de heuvel staan. Aan de achterzijde van het woonhuis was de oorsprong nog goed waar te nemen, de rozentuin geurde en was voorzien van een nieuwe berceau. We naderden het Jeroenveld, hier zou hij door de Noormannen een koppie kleiner zijn gemaakt. Langs de andere zijde van de theekoepel kwamen we bij de duiventoren, deze stond op een eilandje met een lekke gracht er omheen. Ook het koetshuis met de paardenkoppen, tegels en ijzerwerk was van hoge schoonheid. We bedankten onze gids en begeleider voor deze mooie beleving en we begaven ons nu in inmiddels knap warm weer naar de duinen van Noordwijk aan zee.

Hier ligt in de duinen onder het zand een gedeelte van de Atlantikwall die door organisatie Todt in 1943 is aangelegd. We gingen een commandobunker, soldaten vertrekken en een geschut bunker bewonderen. Dit zijn enkele van de 12 bunkers die aan een 400 meter lang ondergronds gangenstelsel liggen. Onze Gids wist ons veel te vertellen en het is goed ingericht, met originele attributen. Voor ons was het ook lekker koel onder het zand. Nu op weg naar ons laatste doel, ook in een bunker gevestigd, het “Museum Engelandvaarders”. Hierin worden de moeilijke overtocht verhalen verteld, o.a van de soldaat van oranje en hoe Kees Koole met zijn “Nooit Volmaakt” de Moffen voor de gek heeft kunnen houden door via de werf in Leidschendam de mannen met hun bootje naar het Haringvliet heeft kunnen brengen van waar ze de moeilijke overtocht konden beginnen.

Als laatste kregen we een drankje en bedankte de voorzitter ons voor de dag en interesse. Ook wij bedankte Victor voor het vele werk wat hij voor deze excursie had gedaan en na een hartelijk afscheid gingen we huiswaarts. Was u er niet bij deze keer jammer maar misschien dan de najaar excursie op 21 oktober 2017 in Zeeland.

Tot ziens,  H. Brandhorst