Een Zeeuwse excursie, naar de zak van Zuid-Beveland

De najaarsexcursie van 21 oktober 2017 bracht ons deze keer naar het Zeeuwse waterrijke land. Om 10 uur werden we verwacht in het dorpshuis “The Cameronian”  te Baarland. De koffie stond klaar in de grote zaal, waar een ieder langzaamaan binnen kwam druppelen en een plaatsje aan de tafels zocht. Onder de vrienden waren ook aanwezig dhr. en mevr. Steketee, de eigenaren/bewoners van het slot Baarland; zij waren de gehele excursie onze gasten. Nadat onze voorzitter de heer Salman ons  welkom had geheten, kon het programma van start gaan. 

De heer Hermans begon met een lezing genaamd “Kastelen rond Baarland; van hoog naar laag”. Door middel van diverse afbeeldingen vertelde hij over het ontstaan van de z.g. vliedbergen die later ook als motte kastelen zijn aangelegd en over de uitkomsten van onderzoekingen die ter plaatse zijn gedaan. De kastelen en adellijke huizen van Baarland, Hellenburg, Ellewoutsdijk, Coudorpe en Troje kwamen aan bod. Hierna voorzagen de dames van de “Cameronian” ons wederom van een lekker bakkie, ditmaal met een alom bekende Zeeuwse bolus.

De heer van der Kooij nam achter het katheder plaats voor het volgende onderdeel; een beeldpresentatie over de buitenplaats Zorgvliet te Ellewoutsdijk. Deze buitenplaats ligt tegenover de motte waar het kasteel gestaan zou moeten hebben. Hier moet nog verder onderzoek plaatsvinden. Na enige afbeeldingen, werd er een film van dit buiten vertoond, gemaakt door een neef van de toenmalige eigenaar. Deze film is van voor de Tweede Wereld oorlog. Tijdens deze oorlog is, bij de verovering van de Westerschelde door de Canadezen en Engelsen, het huis gebombardeerd en er is bijna niets meer van over. Er staat nu een eenvoudig buiten op de plaats met o.a. tuinbeelden en vazen. 

Na deze wederom interessante lezing was het tijd voor een korte wandeling naar de fundamenten van de Hellenburg. Deze liggen er goed beheerd bij, en de plaats van de eerdere toren en latere uitbouw naar het grotere geheel zijn goed vast gelegd. Weer terug naar het dorpshuis  om de lunch te gebruiken. 

Na dit smakelijke intermezzo was een bijzonder object ons volgende doel, het Slot Baarland. Dus weer in de benen, naar het mooie toegangshek van het kasteelterrein. Wetende dat hier ca. eind 50-er jaren van de 20e eeuw, alleen nog maar een stuk land was met wat opstallen, is er vanaf die tijd, een metamorfose ontstaan. De omtrek van het burchtterrein is omgeven door grachten en heeft muren, een poort en torentjes gekregen. Dit alles omgeven door een schitterende tuin met diverse historische objecten en alles in prima staat. We werden zeer enthousiast door dhr. en mevr. Steketee rond geleid en ook, waar we niet op hadden gerekend, door hun huis, waar o.a. diverse opgravingsstukken aanwezig waren. Het gezelschap heeft dit hogelijk gewaardeerd en er uitvoerig ook voor bedankt. 

Na dit hoogtepunt reden we in optocht naar het fort Ellewoutsdijk waar we eerst aan de thee gingen. Wat vindt je zoal in zo’n fort? Twee soldaten gemakken, waar je gezellig met zijn drieën naast elkaar zat. De keuken met regenwatervoorziening. Soldaten verblijven, natuurlijk de kruitkamer, en de isoleercellen. Omdat het fort betrekkelijk ‘nieuw‘ is, is het in goede staat. Het is tijdens de beschietingen aan de waterzijde wel beschadigd. Door de nieuwe dijkverzwaring is het vanaf het water minder zichtbaar. Boven op het fort kun je wel over deze dijk o.a. Terneuzen zien liggen. 

Nu terug naar Ellewoutsdijk, naar de locatie van het Slot en de buitenplaats. Over de heg was de door een gracht omgeven motte te zien met een mooie brug. Iets verder, verschillende grote tuinvazen. Er moet nog een “follie” zijn. Aan de overzijde aanschouwden we “Zorgvliet”. Bij de oprijlaan waren het koetshuis en de restanten van de hekken nog aanwezig.

Hiervandaan reden we in optocht naar de vliedberg van Coudorpe. Het ligt bij een boerderij en je rijdt er zo aan voorbij.

Dan weer in optocht naar het 2500 inwoners tellende plaatsje Borsele. Hier is de bakermat van de Van Borsselens, de Berg van Troje. In 976 was het al een woonterp en later, na een houten voorganger, kwam er in de 13e eeuw een stenen bebouwing met een ommuurde voorburcht. Alles was goed waarneembaar en verschillende deelnemers beklommen de nog zeven meter hoge burchtheuvel. Er is bij de voorburcht ook een bank geplaatst waar de geschiedenis van het kasteel en de oorlog te lezen is. 

Na dit tafereel weer aan alle kanten te hebben vastgelegd, was het tijd voor de afscheidsborrel. In de ter plaatse enige bar, annex friettent, hotel en restaurant, werd er op deze geslaagde dag getoost. Daar was iedereen het wel over eens! Was u er deze keer niet bij? De volgende keer gaan we naar Noord-Holland!

Tot dan, Hans Brandhorst